Banner-Stefaan

Depressie

Depressie is zowel een vaak voorkomend als een complexe aandoening die meestal tot uiting komt in de vroege volwassenheid: 40% van alle depressieve patiënten hebben hun eerste episode voor hun twintigste levensjaar (Eaton et al., 2008). Depressie heeft een negatieve invloed op het sociaal functioneren en is gerelateerd aan een verhoogde kans op suïcide (Ustun et al., 2004).Onvolledig herstel en terugval komen vaak voor. Na een depressieve episode volgt meestal nog minstens een episode en het risico op terugval stijgt sterk na een eerdere episode, namelijk tot 70% en zelfs 90% na een tweede en derde episode respectievelijk (Kupfer, 1991). De oorzaken van depressie blijven nog steeds onduidelijk, maar het is vrijwel zeker dat psychologische, sociale en biologische factoren een rol spelen (Goldberg, 2009; Malhi et al, 2009; Taylor, 2009; Fonagy, 2010).

Reeds in zijn vroege geschriften aan zijn vriend Wilhelm Flies gaf Freud een treffende omschrijving van de fenomenologie van depressie. Hij omschreef daarin de depressie immers als een hevige innerlijke bloeding of wonde (‘innere Verblutung’), een gat in het psychisme (‘ein Loch ... im psychischen’), waarlangs alle energie wegstroomt (Freud, 1985). Vanuit klassiek psychoanalytisch perspectief verwijzen de typische symptomen van depressie inderdaad naar een centrale stoornis in het functioneren van het verlangen en de verhouding van het individu tot het Ik-Ideaal, de centrale, motiverende instantie in het psychisch functioneren (Freud, 1914, 1915; Vergote, 1988; Vervliet e.a., 2002). Depressieve symptomen wijzen immers op het feit dat de motivationele spanning die normaal gezien steeds opgewekt wordt door het Ik-Ideaal, in de depressie wegvalt of beter: dreigt weg te vallen. Hierdoor kan het gevoel van anhormie, een gebrek aan vaart of streven (‘drive’) (Godderis, 2000) verklaard worden.


Vele depressieve patiënten komen dan ook met de centrale klacht: “Ik verlang niets meer, ik wil niets meer”. Dit gaat vaak gepaard met soms heftige angstgevoelens (angstige of ‘geagiteerde’ depressie). De depressie is bij uitstek een toestand waarin de idee van hoop en mogelijkheid dreigt weg te vallen. Er is geen hoop meer, de toekomst verschijnt als een depressieve leegte, een niets. Vanuit de fenomenologie is de depressie dan ook niet voor niets geïnterpreteerd in termen van een verstoorde tijdsbeleving (Ey, 1954). Bron: Stefaan Boel, 2015: 'Spiritualiteit bij kinderen: de knuffel als spiritueel object'. .